Expositie ateliercollectie kunstwerkplaatsen Esser-Weert

Uniek erfgoed van internationale betekenis in Weert.

In gemeentemuseum De Tiendschuur opent wethouder Harry Coolen op zondag 28 oktober om 15.00 uur de grote najaarstentoonstelling: ‘Werk in uitvoering, de ateliercollectie Kunstwerkplaatsen Esser-Weert’. Vorig jaar heeft de gemeente vierduizend atelierstukken van de Weerter edelsmeden Esser/Werz aangekocht. Belangrijk Weerter erfgoed van internationale betekenis is daardoor behouden voor de stad. De expositie toont een eerste overzicht van deze aanwinst en laat het belang zien van de Weerter Edelsmeedkunst. Weert was in de 19e en 20e eeuw op het gebied van religieuze edelsmeedkunst een begrip in de lage landen. De tentoonstelling is te bezichtigen tot en met zondag 3 maart 2013.

Bijzonder in deze expositie is dat de hele lijn van het productieproces in beeld wordt gebracht: van de ontwerptekeningen, de afgietsels, de gietmodellen in gips, messing en tin, voorbeelden, gipsafgietsels, promotiefoto’s, werktuigen, tot de objecten zelf.

Grote internationale cultuurhistorische waarde
Het gaat in deze expositie om een grote unieke collectie van het op één na belangrijkste atelier voor kerkelijk edelsmeedwerk in neogotische, neobarokke, en moderne stijl van Nederland, België, Duitsland en Engeland. De cultuurhistorische waarde hiervan is groot. De collectie is uniek in Nederland wat betreft hoeveelheid, variatie van objecten en kwaliteit. Van andere kerkelijke edelsmeedateliers is nauwelijks iets bewaard gebleven. Dit maakt de collectie niet alleen voor Weert waardevol, maar zelfs voor heel Nederland en andere landen in Europa. Grote kunstfondsen (de Mondriaanstichting, VSB Fonds, Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds en K.F. Hein Fonds) participeerden dan ook in de aankoop van de collectie Esser/Werz. Traditie van 130 jaar. Het begon allemaal in 1838 toen Hubertus Esser uit het Duitse Erkelenz zijn edelsmederij in Weert oprichtte. Onder zijn zoon Camille Esser groeide het atelier uit tot een van de belangrijkste van Nederland, waar op het hoogtepunt 24 vaklieden werkten. Zijn zoon Henri Esser voerde eigentijdse stijlen als Jugendstil en art deco in. In de periode tussen 1938 en 1956, toen de zaak werd gevoerd door J. Baksteen (een niet edelsmid), zakte het artistieke niveau wat weg. In 1956 werd het atelier door Eloy Werz overgenomen en weer tot grote bloei gebracht. In de jaren ’70 van de vorige eeuw drongen de invloeden van het tweede Vaticaans Concilie door in Nederland. Hierdoor stokte de vraag naar nieuw religieus edelsmeedwerk en kwam er een einde aan een roemrijke traditie van 130 jaar. Voortaan werden profane (niet-kerkelijke) sieraden de voornaamste producten van het atelier.

In september vorig jaar verwierf de Gemeente Weert deze belangrijke cultuurhistorische collectie en begon voor het erfgoedcluster de taak om alle objecten uit te zoeken, te beschrijven en te fotograferen. Nu is een belangrijk deel te zien in gemeentemuseum De Tiendschuur.